LogoConnect

hersenletsel

Slikken

Slikken

Heeft je kind een verkeerde tongplaatsing?
Verwijst de orthodont of tandarts je naar een logopediste?
Ademt je kind vaak tot heel vaak door de mond?

Afwijkende mondgewoontes kunnen een negatieve invloed uitoefenen op de ontwikkeling van gebits- en kaakstructuren. Daarnaast kunnen ze leiden tot gehoor-en articulatieproblemen.

Ook bij frequent duimzuigen ligt de tong te laag in de mond. Dit kan een verkeerde uitspraak van in het bijzonder de /s/ en de /z/ tot gevolg hebben, maar ook de uitspraak van de /l/, /n/, /d/ en /t/ kunnen worden beïnvloed.

De logopedist richt zich op het opsporen en aanpakken van de mogelijke oorzaken. Daarnaast zal via spel en beloning het gewenste gedrag worden gestimuleerd.

Alle oefeningen worden stapsgewijze aangeboden: lippen,  tong, tongplaatsing in rust en slik. Ook articulatieproblemen zullen in een gestructureerde setting worden aangepakt. Vaak gaat het om tussentandse of tegentandse uitspraak van o.m. /s/,/z/,/t/,/d/,/n/ en /l/.

Ben je volwassen en verslik je heel vaak?
Verlies je voedsel?
Hoest je vaak voor, tijdens of na het slikken?

Slikproblemen bij volwassenen zijn vaak het gevolg van een hersenletsel of een aandoening van het zenuwstelsel. Het is belangrijk om het probleem tijdig te laten onderzoeken. Dit gebeurt na doorverwijzing door een arts waarbij de logopedist een sleutelrol heeft.

Het logopedisch onderzoek start met een aantal vragen over de voorgeschiedenis. Daarnaast zal de logopedist de basisvoorwaarden nagaan zoals ademhaling, beweeglijkheid en kracht tong en lippen, hoestkracht en stem.  Vervolgens neemt zij een sliktest af.

De N.K.O. arts zal ook vragen stellen gevolgd door een globaal N.K.O. onderzoek en een FEES: Flexibele Endoscopische Evaluatie van het Slikken. Dit onderzoek dient om de oorzaak van het slikprobleem te achterhalen.

Meestal wordt logopedische behandeling voorgeschreven door specialisten en stelt de logopedist een therapieplan op. Vaak is de behandeling gericht op aanpassingen of het aanleren van een veilig slikmanoeuvre.

Bron: brochure Afwijkende mondgewoonten en brochure Dysfagie Vlaamse Vereniging Logopedisten

Afasie, dysarthrie en apraxie

Afasie, dysarthrie en apraxie

Een persoon met afasie, spreekt minder vloeiend als voorheen. Hij of zij begrijpt bijna alles maar blokkeert regelmatig omdat hij/zij het juiste woord niet vindt.
Een persoon met dysarthrie heeft geen taalprobleem maar zijn of haar uitspraak is niet duidelijk.
Een persoon met apraxie heeft het moeilijk met doelgerichte bewegingen zoals mond- en tongbewegingen. De uitspraak wordt hierdoor bemoeilijkt.

Afasie is een verworven taalstoornis ten gevolge van een hersenletsel. De persoon met afasie, spreekt minder vloeiend als voorheen. Hij of zij heeft problemen met begrijpen, vertellen en /of het lezen en schrijven van woorden en zinnen. Vaak kan hij of zij het juiste woord gewoon niet vinden. De spraak en het denken zijn in principe normaal.

Apraxie en dysarthrie zijn verworven motorische spraakstoornissen. De verstaanbaarheid of de natuurlijkheid van de spraak is verminderd. De andere aspecten van de communicatie verlopen in principe normaal.

De oorzaak is meestal een beroerte (herseninfarct of hersenbloeding) in de linker hersenhelft. De voornaamste hersengebieden die betrokken zijn bij taalfuncties liggen in de linker hemisfeer. Naast deze verworven, neurogene communicatiestoornissen komen vaak andere neurologische uitvalsverschijnselen voor: problemen met concentratie, geheugen en probleemoplossend vermogen.

De logopedist staat in voor het onderzoek, de behandeling en begeleiding van personen en hun omgeving. De behandeling bestaat uit het optimaliseren van de communicatie tussen de patiënt en zijn omgeving. Dit kan betekenen dat er oefentherapie wordt gegeven om de spraak en de andere mondfuncties te verbeteren. Als de spraak echter niet of nauwelijks te verstaan is zoekt de logopedist samen met de cliënt naar hulpmiddelen om de spraak te ondersteunen of te vervangen.

De persoon en zijn/haar directe omgeving wordt betrokken bij het bepalen van de inhoud van de behandeling. De doelstellingen van de behandeling worden regelmatig samen geëvalueerd en indien nodig bijgestuurd.

Bron: VVL (folders Afasie en Dystarthrie)
www.afasie.be
www.arteveldehogeschool.be/logopedie/levenmetafasie/f1_afasie.htm
www.levenmetafasie.be
www.infonah.be